Samenvatting:

Mariken is naar Nieumeghen gelopen om boodschappen te halen voor haar en haar oom. Het is alleen later geworden dan verwacht dus als ze terug zou lopen moet ze in het donker lopen. Daarom besluit ze langs haar tante te gaan want die woont dicht bij. Als ze daar langs gaat wordt ze uitgescholden door haar tante en voor de duivel uitgemaakt. Ze beledigt haar van een slet zijn en vindt dat ze vervloekt mag worden. Mariken probeert het nog een keer om te vragen of ze mag overnachten, maar haar tante laat haar niet toe. Marieke rent weg. Ze weet niet wat ze moet doen en besluit om maar ergens in de struiken te gaan slapen. Het maakt haar allemaal niks meer uit, ook al komt ze de duivel tegen. Ze verwijt zich zelf van alles en twijfelt over of ze wil blijven leven. Dan komt de duivel in het beeld. Hij ziet dit meisje en wil haar meenemen en haar ziel stelen. Hij verleidt haar en ze laat het toe want ze is nog maar half bij zinnen

 Personages:

• Mariken : Je krijgt het gevoel dat het een meisje is tussen de 14 en 18 jaar. Ze is waarschijnlijk een onschuldig boerenmeisje alleen haar tante denkt daar anders over.

 

• Oom van Mariken : Mariken woont bij haar oom in huis.

 

• Tante Mariken : Mariken keert naar haar toe voor een slaapplaats. De tante is voor een onverklaarbare reden in dit fragment razend en scheldt Mariken uit en stuurt haar weg.

 

• De duivel : Wanneer Mariken wanhopig en depressief in het bos zit keert de duivel zich tot haar. Hij belooft dat het beter zou worden maar heeft ondertussen andere bedoelingen.